Webinar Asset management - vragen en antwoorden
Tijdens het Webinar Asset management van 19 november is een aantal vragen gesteld die wij samen met Robert van Grunsven voor u hebben beantwoord.
Ja, de HLS bevordert dit. Juist omdat ISO 9001 en ISO 14001 (ook) sterk samenhangen met assets en hun levenscyclus is het sterk om geïntegreerd te reviewen.
Het belangrijkste verschil is dat PAS 55 zich richtte op ‘good practice’ en ISO 55001 een set ‘minimum requirements’ aanreikt. De structuur is wat anders, ook door de HLS. In 2011 heeft BSI/IAM PAS 55 (part 1 en 2) als basis ingebracht voor de ISO 55000-serie.
ISO 55001 heeft paragraaf ‘8.2 management van wijzigingen’. MOC-en is een onderdeel van assetmanagement. Maar op zichzelf is het geen MOC-systematiek.
Heel belangrijk, de wijziging moet traceerbaar zijn. Maak wel onderscheid tussen ‘significante wijzigingen’ en ‘niet-significante wijzigingen’.
Gebouwen hebben (volgens de ISO 55001 definitie) waarde en een functie in het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Het zijn assets. Het hangt van risico’s, complexiteit en kosten af of het zinvol is om asset management/ ISO 55001 er volledig op los te laten. Vastgoed wordt binnen NL (ook) benaderd met asset management/ ISO 55001. Het is de keuze van de organisatie ze binnen of buiten de scope van het ISO 55001 asset managementsysteem te plaatsen.
Klein beginnen! Niet met ISO 55001 beginnen, maar met slimme dingen met assets, PR€ (prestaties, risico’s en kosten) in hun levenscyclus doen. Overtuigingen die deel uitmaken van de cultuur van groepen kunnen alleen veranderen als er bewijs is dat het alternatief werkt. Een olifant eet je in stukjes!
Met goed onderhoudsmanagement kom je bij een klein/beperkt assetportfolio in alleen de gebruiks- en onderhoudsfase een heel eind. Maar, asset management is ook kijken naar het gebouw, het vraagstuk ‘huisvesting’ en welke assets zijn nodig. Dit kun je ook gewoon zien als ‘business management’, maar het is asset management. Onderhoud gaat alleen over het in standhouden van wat er is.
Kijkend naar definities zijn ‘bruto risico’ en ‘netto risico’ hetzelfde als ‘inherent risico’ en ‘restrisico’. Bruto/Inherent risico is zonder proactieve beheersmaatregelen. Netto/restrisico is na proactieve beheersmaatregelen. Je bepaalt het bruto risicoprofiel door te veronderstellen dat een risicovolle gebeurtenis optreedt en de organisatie daarna in actie komt. Wat is de kans? Wat zijn de effecten veiligheid, milieu, primair proces, kosten en eventueel Imago? In een risicomatrix geeft dit een score/omvang van het risico. Door dit ook te doen bij de veronderstelling dat proactieve beheersmaatregelen worden uitgevoerd, heb je twee risicoprofielen (zonder en met proactieve beheersmaatregelen). Verschillende (bundels van) beheersmaatregelen kunnen in de vorm van scenario’s uiteen worden gezet, dus verschillende netto/restrisico’s bij hetzelfde bruto/inherente risico. Door steeds het verschil in risico (bruto - netto) te delen door de kosten, bepaal je de risicoreductie per/€. Hiermee kun je de meest (kosten)effectieve beheersmaatregel selecteren. Risicoreductie is een manifestatie van waarde.
Legio. Denk bijvoorbeeld aan het beslismodel van RCM (Reliability Centered Maintenance). Maar, het antwoord op voorgaande vraag geeft een algemene en goede manier om dit te doen: Risicoreductie per €.
© SCCM Webdesign: insandouts